Hoe kom je aan die naam? Daar hoort een verhaal bij dat ik graag met jullie wil delen. Mijn 60 jarige Eend rijdt sinds 1 april weer als een zonnetje, dankzij de inspanning en adviezen van onze EEEC clubleden. De ouderdom komt soms met ‘verborgen’ gebreken, zoals dit voorjaar ook bleek bij mijn Eend van eind 1957. De laatste rit in 2016 die ik eind oktober maakte, herinner ik me als een rit met een extra bijzonder geluid, afkomstig uit het motorcompartiment van de Eend. Bij het opkomen van de koppeling klonk er een schel geluid van metaal op metaal. Onbekend en dus niet goed. Advies aan diverse clubleden gevraagd over wat de oorzaak zou kunnen zijn. Meest voorkomend: De centrale moer op de priseas zal wel loszitten.
Consequentie: De motor er voor weghalen en weer vast draaien. Tja, als je de motor nog niet eerder zelf uit je Eend hebt gehaald, (was nooit nodig geweest), is dat wel een advies dat impact heeft. Zo van, durf ik dat wel? Met hulp c.q. aanwezigheid van een ervaringsdeskundige zou ik dat wel durven. Tijdens de ALV in januari raakte ik in gesprek met Jaap Heeringa, die aangaf mij wel te willen helpen. Zo’n mooi aanbod kon ik niet afslaan en er werd dus een afspraak gemaakt om de motor te demonteren in een werkplaats in mijn woonplaats Schagen.
Begin maart tot actie over gegaan en toen bleek, nadat de motor was gedemonteerd, dat het laatste eindje van de “priseas” was afgebroken. Gevolg daarvan was dat het vliegwiel c.q. koppelingsplaten zwabberden tussen de motor en de versnellingsbak. De oorzaak van het vreemde geluid dus. Dat zou zeker op de lange duur ernstige schade hebben gegeven.
Op advies van Tijs Kolen hebben we dan ook de bak gedemonteerd en deze overgebracht naar Helmond voor een revisie. Nou dat bleek echt nodig na 60 jaar trouwe dienst. Alles was versleten in de bak, inclusief de remmen. In recordtijd werden door Tijs alle versleten onderdelen van de versnellingsbak vervangen en ook maar meteen van de carburateur. Het bekende asje van de smoorklep was ook wel heel ruim geworden. Tijs verbaasde zich erover dat hij nog kon starten.
Op vrijdag 31 maart werden de motor en de versnellingsbak weer herenigd en in de Eend getakeld. Gelijktijdig werd een ander spruitstuk aangebracht aangezien het oude spruitstuk bij de aansluiting door ernstige roestvorming niet meer echt bruikbaar was. We waren toch bezig, dus meteen maar vervangen. Nadat we alles hadden aangesloten, was het moment aangekomen om de motor weer te starten. Niet dus……! Wij vroegen ons af wat we niet goed deden. Een controle van de ontsteking en de sproeiers van de carburateur leverde niets op. Vervolgens de kleppen gesteld. Toen het luchtfilter verwijderd en weer pogingen gedaan om te starten. Gasklep geheel open en ja, daar begon de Eend te razen met een zeer hoog toerental en tegelijkertijd pure benzine uit te stoten aan de bovenzijde van de carburateur. De uitlaatgassen bliezen de benzinedampen dus uit de carburateur. Hoe kon dat nou?
De Eend had een wel heel verkeerd werkende turbo aan boord! Het was een Eend met een ‘Pseudo Turbo Eend’ geworden. Uiteindelijk kwamen we tot de conclusie dat het mooi uitziende, gepoedercoate uitlaatspruitstuk inwendig lek was. De uitlaatgassen verdreven de inlaatgassen. Leermoment: je kijkt er dus wel op, maar niet in. Een dagje sleutelen en geen resultaat maar wel de wetenschap dat het EEEC Magazijn op 1 april open was. Dus zaterdagmorgen naar Soest getogen en met Jaap en Tijs daar de ultieme watertest gedaan. En ja hoor, je kon het spruitstuk wel als mondstuk van een tuinslang gebruiken; zo lek als een mandje. Met instemming van Ad Verburg mocht dit onderdeel bij hoge uitzondering in de oud ijzer bak, ondanks het feit dat het er van buiten nog prachtig uitzag.
Thuisgekomen op zaterdagmiddag direct de onderdelen gemonteerd en starten maar. Het spreekwoordelijke “tik en hij liep” was van toepassing. Mijn tevredenheid kon ik met Jaap en Tijs delen via een WhatsApp voorzien van een filmpje van de draaiende motor die een mooi snorrend geluid maakte. Mannen enorm bedankt!!